11 KB camera's in de Getest RAW

Met RAW kan de beeldkwaliteit worden verhoogd. Maar de resultaten van onze vergelijking laten zien dat de voordelen variëren afhankelijk van het model en de fabrikant. Canon camera's winnen bijvoorbeeld weinig tot geen fijne details, en als ze dat al doen, dan bij hogere gevoeligheden. De signaalverwerking van de camera maakt al heel goed gebruik van het potentieel van de sensoren bij het berekenen van JPEGs. Met RAW worden de foto's natuurlijker van uiterlijk, maar zelden gedetailleerder. Bij hogere gevoeligheden moet de fotograaf een bepaalde hoeveelheid ruis accepteren. Zonder ruisonderdrukking red je het niet bij ISO 1600 en RAW. De R5 profiteert het meest van RAW, de R6 II het minst. Bij Nikon zien we een ander beeld - drie modellen, Z5, Z6 II en Z7 II, maakten een merkbare kwaliteitssprong met RAW, waarbij we het gevoel hadden dat Nikon's RAW's ook meer geoptimaliseerd zijn dan gebruikelijk in de camera. Al bij ISO 100 neemt de fijne detaillering toe met RAW in vergelijking met JPEG. Dit geldt ook voor hoge gevoeligheden: zelfs met sterkere denoising bieden RAW's nog steeds voordelen ten opzichte van JPEG. Toch raden we aan om terughoudend te zijn met denoising of om ruis te tolereren, dan neemt het detailniveau toe. Alleen de Z9 doorbreekt dit patroon - deze wordt geleverd met een andere en meer terughoudende JPEG-instelling dan de andere drie Z-camera's. In RAW blijven de verbeteringen matig. De resultaten van de Sony camera's laten een verdeeld beeld zien. De A9 II wint minder met RAW, maar doet dat bij alle gevoeligheden, mits je niet te veel denoise gebruikt bij ISO 1600. De A7 IV met de 33-megapixelsensor verbetert daarentegen aanzienlijk bij ISO 100, maar worstelt meer met ruis bij ISO 1600: afhankelijk van de motieven kun je beeldruis ook intensiever aanpakken met de A7 IV, maar dan smelten ook de resolutievoordelen weg. De A7R V en de A1 volgen hetzelfde patroon als de A7 IV, maar met nog meer verve. Bij ISO 100 vergroten beide in RAW-formaat de details, vooral bij lage contrasten. Top! Maar bij ISO 1600 groeit de merkbare ruis uit tot een serieuze uitdaging: je moet er tegen vechten, zelfs ten koste van fijne details. Met de A1 is de motregen visueel minder storend dan met de A7R V.